Yves Beaumont is waarschijnlijk de meest poëtische en verstilde Belgische landschapsschilder. Hij kent, bestudeert en bewondert als geen ander de grote meesters uit de Romantiek en laat zich er onafgebroken door inspireren. Ook de indrukken die hij opdoet tijdens reizen of lange wandelingen door de natuur verwerkt hij later in zijn schilderijen, die weliswaar voortkomen uit het landschappelijke, maar in het proces langzaam maar zeker tot eigen entiteiten verworden. In dit interview geeft Yves een indruk van zijn werkwijze en inspiratiebronnen en neemt hij ons mee in zijn wereld.
Kun je jezelf kort voorstellen?
“Ik ben in 1970 geboren en getogen in Oostende, de stad van kunstschilders James Ensor en Léon Spilliaert, aan de Vlaamse kust. Ik woon en werk er nog steeds en heb zodoende een bijzondere band met de zee, de kuststreek en het hinterland.”
“Ik studeerde als prille twintiger aan de Academie voor Schone Kunsten in Gent (1989 tot 1993). In de eerste daaropvolgende jaren behaalde ik een aantal selecties en onderscheidingen bij provinciale en nationale wedstrijden voor beeldende kunst, waardoor mijn werk vrij vroeg werd opgemerkt door een aantal galeries voor hedendaagse kunst. Ik kreeg zo al snel mijn eerste solotentoonstelling in het toenmalige Museum voor Schone Kunsten in Oostende en mijn werk werd in de jaren die volgden regelmatig opgenomen in verzamelingen, groepstentoonstellingen of gelijkaardige projecten in binnen– en buitenland. Mijn werk is ook regelmatig te zien geweest op kunstbeurzen als Art Brussels, Art Athina, KunstRAI of ART The Hague.”
“Ik denk dat ik een schilder ‘pur sang’ ben, maar dat ik ook het tekenen als iets essentieels ervaar”
Hoe omschrijf je jouw kunstpraktijk?
“Ik denk dat ik een schilder ‘pur sang’ ben, maar dat ik ook het tekenen als iets essentieels ervaar. Ik geniet van de omgang met en de geur van verf. Het aanbrengen in lichte lagen, het laten drogen, weghalen of opnieuw een verflaag leggen, die als een sluier de vorige laag omhelst, verrijkt of soms verbergt.”
“Als late tiener leerde ik zowel olie- als acrylverf kennen en gaandeweg ook beheersen tijdens mijn studies en later in mijn eigen atelier. Olieverf is het “old school” medium bij uitstek waarmee je de taal van het schilderen echt leert kennen en gebruiken. Later heb ik ook het werken met acrylverf opnieuw onder de loep genomen en beiden hebben hun specifieke eigenheid en hun voor- en nadelen. Ik hou van het maken van schilderijen die functioneren binnen een serieel karakter, als waren het pagina’s in een boek. Uit het ene schilderij ontstaat het andere. Ondanks het feit dat ze ook apart en individueel moeten kunnen functioneren, volgen ze elkaar op als een beeldend epos en vertellen ze een groots verhaal van licht of duisternis, van diepte, verstilling en contemplatie.”
“Ik hou van het aanbrengen in lichte lagen, het laten drogen, weghalen of opnieuw een verflaag leggen, die als een sluier de vorige laag omhelst, verrijkt of soms verbergt”
Wat wil je vertellen met je kunst?
“Met mijn werk probeer ik een sfeer van verstilling en tijdloosheid te creëren, een moment van overpeinzing in een vaak dolgedraaide, overgemediatiseerde, veel te snelle en tevens overgedigitaliseerde wereld. Voorlopig lijkt mij dat nog steeds te lukken door kracht en inspiratie te putten uit de klassieke en vooral tijdloze onderwerpen, zoals in mijn geval het landschappelijke gegeven. Ik reis vaak en doe op velerlei plekken indrukken op, dichtbij of verder weg van huis.”
“Ik heb steeds mijn eigen ding gedaan, los van trends of modieuze tendensen en zonder op dat vlak compromissen te sluiten. Ik hou ook halsstarrig vast aan mijn persoonlijke beeldende verhaal. Het aanschurken tegen de vroegere schilderstijlen maakt mijn werk hopelijk interessant om naar te kijken; om het als toeschouwer lief te hebben, aan te voelen en ervan te gaan houden. Ik word nog vrijwel dagelijks overdonderd door de schoonheid en grootsheid van meesters als J.M.W. Turner, James McNeill Whistler, Jean-Baptiste Corot of George Inness en laat me er graag door inspireren. Ook tijdens mijn lesgeven aan de Kunstacademie in Brugge (waar ik docent ben aan het Atelier Schilderkunst) duid ik hun belang en belicht ik zeer regelmatig hun oeuvre.”
“Met mijn werk probeer ik een sfeer van verstilling en tijdloosheid te creëren, een moment van overpeinzing in een vaak dolgedraaide, overgemediatiseerde wereld“
Wat inspireert jou?
“Sedert mijn studiejaren aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten ben ik steeds geïnspireerd en geboeid geweest door de (vooral romantische) landschapsschilderkunst. Ik had geen boodschap aan bijvoorbeeld de ‘conceptuelen’. Iets later schreef een kunstrecensent over één van mijn eerste solotentoonstellingen dat ik “een kind was van de klassieke schilderkunst”. Ik was vanzelfsprekend zeer vereerd met zoveel lof. Wellicht had het ook te maken met mijn toenmalige docent Schilderkunst Karel Dierickx (°1940 – 2014), die in zijn eigen oeuvre ook eerder gebruik maakte van klassieke en tijdloze onderwerpen zoals het stilleven, het portret, of het landschap, maar dat wel op zijn eigen wijze beeldend vertaalde. Ook na mijn academieperiode had ik nog regelmatig contact met hem en waren we eigenlijk “Compagnons de route” geworden, zoals hij het eens mooi omschreef in één van de talrijke brieven die we elkaar stuurden.”
“In mijn verdere artistieke loopbaan is de traditionele landschapsschilderkunst tot op de dag van vandaag een constante vorm van inspiratie gebleven. Ik vind het een uitdaging om dit onderwerp te blijven uitpuren, te onderzoeken, aan te wenden en te vertalen in een hedendaags ‘beelddenken’ via het al even klassieke, maar tevens tijdloze medium van de schilderkunst. Lange wandelingen in het mij op dat moment omringende landschap kunnen me bijvoorbeeld ten zeerste bekoren en laat ik in mij doordringen, laat ik rijpen en vaak via schetsen of andere studies ontstaan daarna op atelier de schilderijen. Ik verwerk de indrukken op doek of papier en tijdens het schilderproces gaat het beeld een eigen leven leiden. Traag, maar zeker. Het schilderij wordt een entiteit op zich dat vanzelfsprekend haar oorsprong vindt in het landschappelijke gegeven, maar een spel is geworden van licht en duisternis, van perspectief, evenwicht, vorm en kleur.”
“Het schilderij wordt een entiteit op zich dat haar oorsprong vindt in het landschappelijke, maar een spel is geworden van licht, duisternis, perspectief, evenwicht en kleur”
Wat kun je vertellen over jouw amuses?
“De amuses die ik selecteer zijn steeds representatief voor de aard van mijn gehele en huidige oeuvre. Ik kies graag schilderijen die de diverse aspecten uit mijn werk belichten en tot haar recht laten komen. Zowel de studies naar wolkenluchten, nocturnes, of marines passeren de revue. Ik kies ze zeer zorgvuldig uit, laat ze enkele dagen staan op atelier, verander misschien weer mijn keuze, neem er nog een werk bij of laat er één weg, tot ik aan een representatief geheel kom. Het is steeds een weloverwogen beslissing.”